Gebouwen en sportaccommodaties

  • Beleidskader

Met de vaststelling van de begroting voor 2015 is besloten om veel gemeentelijk vastgoed af te stoten. Dit is in de kadernota van 2017 vertaald in een lange termijn ombuiging, waarbij gemeente Leudal in een periode van 3 jaar tot een vastgoedloze gemeente wordt en zodoende een structurele bezuiniging van € 1,6 miljoen realiseert.  In de programmabegroting 2017-2020 zijn drie acties uitgevoerd, waarmee een deel van de taakstelling wordt ingevuld:

  1. al het groot onderhoud wordt uitgevoerd op basis van niveau 4 (voor alsnog t/m 2020);
  2. de afschrijvingstermijnen op gemeentelijke gebouwen zijn verlengd, waardoor de jaarlijkse druk op de exploitatie is verlaagd;
  3. op leegstaande panden met een verkoopintentie wordt niet meer afgeschreven.

Op deze wijze is in 2016 al een bezuiniging van € 650.000 gerealiseerd en wordt naar verwachting ook voor de periode van 2017 tot en met 2020 al een deel van de taakstelling gerealiseerd.

In de komende periode krijgen we steeds meer inzicht in de exacte omvang van ons vastgoedbestand en de daadwerkelijke staat van onderhoud. Daarbij rijst de vraag of het besluit om vast te houden aan onderhoudsniveau 4 en om in te zetten op een traject van vervreemding van al het gemeentelijke vastgoed in een periode van 3 jaar wel zo reëel is. Daarom gaan we de komende periode met u het gesprek aan in hoeverre deze vooronderstellingen haalbaar zijn en hoe de resterende taakstelling te behalen is. De actuele staat van het onderhoud speelt daarbij een rol. Die bepaalt - in samenhang met de inschatting hoe courant de objecten zijn - in welke mate onderhoud nodig is om maximale verkoopopbrengsten te realiseren. Maar ook als niet tot vervreemding van een object wordt overgegaan, is het van belang om het onderhoudsniveau af te stemmen op de fysieke staat van te behouden objecten. Voor deze afstemming wordt in 2017 en 2018 de meerjaren onderhoudsplanning (MJOP) geactualiseerd. De verwachting is dat als gevolg van dit inzicht de verwachtingen ten aanzien van de onderhoudskosten bijgesteld moeten worden.

De herijking van het vastgoedbeleid wordt op projectmatige wijze opgepakt, waarbij we de tijd nemen om de gemeentelijke beleidsdoelen rondom het vastgoed op eenduidige wijze vast te leggen. Zo stellen we een groslijst van te verkopen en te behouden objecten op, onderzoeken we of de restwaarde van vastgoedobjecten kan worden ingezet om de kapitaallasten te verminderen en richten we een fonds op van waaruit exploitatie van het gemeentelijke vastgoed voor een periode van 10 jaar kan worden gefinancierd, te vullen vanuit o.a. de Essent gelden. De koerswijziging als gevolg van de herijking wordt operationeel geborgd in het beleidsplan vastgoed. De financiële effecten worden vertaald naar de begroting 2018 en volgende jaren.

  • Financiële consequenties en vertaling in de begroting

Voor het onderhoud aan vastgoed zijn binnen de begroting en in navolging van de kadernota de volgende bedragen beschikbaar:

(bedrag x 1.000)

 

2018

2019

2020

2021

In begroting opgenomen:

Onderhoud gebouwen groot

490

482

475

475

Onderhoud gebouwen klein

13

13

13

13

Onderhoud installaties

29

29

29

29

Herijking strategie vastgoed (MJOP)

500

500

500

500

Deze bedragen zijn gebaseerd op het Meerjarig Onderhoudsplan (MJOP) 2011-2014 op onderhoudsniveau 4.