Lokale heffingen

De gemeenteraad heeft de bevoegdheid te bepalen welke belastingen een gemeente heft, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden.
Gemeenten zijn daarbij beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden.
De uitvoering van de belastingtaken van de gemeente Leudal is per 1 januari 2013 grotendeels overgegaan naar de gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

In Leudal worden de volgende belastingen en rechten geheven:

Belastingen

Rechten

Onroerende-zaakbelastingen

Afvalstoffenheffing

Hondenbelasting

Rioolheffing

Toeristenbelasting

Leges

Begraafrechten

marktgelden

Tevens wordt nog een baatbelasting van geringe omvang geheven op basis van de regelgeving ten tijde van de vaststelling van deze verordening (1989).

Gevolgen richtlijnen nieuwe BBV
Sinds maart 2016 is officieel het vernieuwde Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) van toepassing. De hoofdlijn van de wijzigingen van het BBV hebben vooral betrekking op inzicht en vergelijkbaarheid (transparantie). De uitbreiding van het inzicht op de kostentoerekening en de gewijzigde toerekening van overheadkosten heeft gevolgen voor de inhoud van de paragraaf lokale heffingen. De paragraaf moet nu tenminste bevatten:
•   de geraamde inkomsten;
•   het beleid ten aanzien van lokale heffingen;
•   een aanduiding van de lastendruk;
•   een toelichting op het kwijtscheldingsbeleid;
•   een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, bewerkstelligd wordt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.
In deze paragraaf zal zo optimaal mogelijk invulling worden gegeven aan bovengenoemde eisen al zal op onderdelen sprake zijn van een groeimodel. Enerzijds omdat de (uitleg van) richtlijnen vanuit de praktijk van de gemeenten momenteel  landelijk tot aanpassingen leiden en anderzijds omdat niet bij alle heffingen vanuit de huidige administratie voldoende gegevens beschikbaar zijn. Dit laatste geldt met name voor de legesverordening.
De diverse onderbouwingen van de berekeningen m.b.t. de kostendekkenheid zijn apart in een bijlage opgenomen.