Rente risicobeheer

Renteschommelingen hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten of - opbrengsten bij het aantrekken dan wel uitzetten van gelden maar ook voor de koersen van obligaties. Onderstaand worden de onderscheiden risico nader toegelicht.

  1. Renterisico

Beheersing van het rente risico op korte schuld geschiedt door de kasgeldlimiet en op langlopende schulden door de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten.
Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaalt dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.

Wanneer zich in drie achtereenvolgende kwartalen een overschrijding voordoet moet de gemeente maatregelen nemen (zoals het aantrekken van langlopende geldleningen). Gezien de historisch lage rente op kortlopende geldleningen zal de kasgeldlimiet zo goed als mogelijk worden benut.

(bedrag x 1.000)

Kasgeldlimiet

3e kw. 2016

4e kw. 2016

1e kw. 2017

2e kw. 2017

Begrotingstotaal per 1 januari

83.567

83.567

75.948

75.948

Limiet percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Normbedrag

7.103

7.103

6.456

6.456

Netto vlottende positie

Vlottende schuld

543

0

20

0

Vlottende middelen

7.214

7.853

3.709

5.296

Netto saldo

-6.671

-7.853

-3.689

-5.296

Onder- / overschrijding normbedrag

Ruimte onder de kasgeldlimiet

13.774

14.956

10.145

11.752

Overschrijding kasgeldlimiet

0

0

0

0

Renterisiconorm
Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.

(bedrag x 1.000)

Renterisico

2018

2019

2020

2021

Begrotingstotaal per 1 januari

78.356

76.845

76.904

76.338

Norm percentage

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm

15.671

15.369

15.381

15.268

Rente herziening

5.000

0

0

0

Aflossingen

5.775

5.491

5.276

5.230

Renterisico

10.775

5.491

5.276

5.230

Onder- / overschrijding normbedrag

Ruimte onder de renterisiconorm

4.896

9.878

10.105

10.038

Overschrijding renterisiconorm

0

0

0

0

  1. Liquiditeitsrisico

Dit is het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om onze financiële verplichtingen te voldoen. Gemeente Leudal werkt vanuit totaalfinanciering. Dit betekent dat alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven. Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.

Vanaf 2014 zijn decentrale overheden verplicht om hun (tijdelijk) overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Dit drempelbedrag bedraagt afgerond € 587.000 (0,75% van het begrotingstotaal). Daarnaast blijft de mogelijkheid om overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

(bedrag x1.000)

Financieringspositie per 1 januari

2018

2019

2020

2021

Activa

Vaste activa

132.292

131.609

120.761

110.493

Grondexploitaties

4.885

1.998

891

-1.400

Saldo

137.177

133.607

121.652

109.093

Passiva

Reserves

-65.252

-62.834

-61.556

-61.513

Voorzieningen

-4.133

-4.135

-4.218

-4.414

Langlopende leningen

-61.856

-56.081

-50.589

-45.314

Saldo

-131.241

-123.050

-116.363

-111.241

Financieringssaldo

Tekort = plus en overschot = min

5.936

10.557

5.289

-2.148

Bij aanvang van het begrotingsjaar wordt een theoretisch financieringstekort verwacht van afgerond  € 6 miljoen. Ten minste als alle voor de meerjarenbegroting opgenomen investeringen volgens planning worden uitgevoerd. Het hebben van een tekort leidt ertoe dat de noodzaak tot een vaste financiering toeneemt. De liquiditeitenprognose wordt in 2018 geactualiseerd om de noodzaak van wel of niet financieren te onderbouwen.

  1. Koersrisico

Dit is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Dit risico loopt elke belegger. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. In de jaarrekening 2015 is de balanswaarde afgestemd op de nominale waarde van de portefeuille. Als niet voor de einddatum wordt verkocht is er nauwelijks sprake van een koersrisico. Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek.

Daarnaast staat de Wet Schatkistbankieren alleen mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder de strikte voorwaarde dat de gemiddelde looptijd van de portefeuille niet wijzigt. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille stapsgewijs afgebouwd. Dit heeft tot gevolg dat de liquide middelen die de komende jaren naar de gemeente vloeien in het kader van de afronding van de Essent verkoop niet herbelegd worden.

Bij de verkoop van Essent aan RWE is overeengekomen om een deel van de verkoopprijs niet direct uit te betalen aan de verkopende aandeelhouders maar te reserveren voor mogelijke claims van de koper uit de periode voor de verkoop. Die reservering heeft in de vorm van een Escrow (soort geblokkeerde rekening) plaatsgevonden. In 2012, 2013 en 2016 al 3 tranches afgelost. De laatste tranche vervalt in september 2019.

(bedrag x 1.000)

Beleggingen + Bruglening

2018

2019

2020

2021

Beleggingsportefeuille

Nominale waarde

27.707

27.707

22.567

16.857

Vrijval 

0

-5.140

-5.710

-3.420

Saldo 

27.707

22.567

16.857

13.437

Bruglening

verstrekte bruglening aan Enexis 7,2%

2.112

2.112

Aflossing

-2.112

Saldo

2.112

0

0

0

  1. Kredietrisico

Dit risico doet zich voor als een debiteur zijn beloofde betalingen niet nakomt of kan komen. Het verstrekken van leningen of garanties aan derden is alleen toegestaan voor de publieke taak. Begin 2018 heeft de gemeente voor € 32.300.993 aan leningen en garantstellingen verstrekt aan derden. Van dit bedrag is € 30.354.227 uitgeleend aan woningbouwcorporaties en afgesloten met een garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Dit zijn leningen van voor 2000. Sinds die tijd trekken woningbouwcorporaties hun leningen rechtstreeks bij banken aan met borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw waarbij rijk en gemeenten samen voor de achtervangpositie garant staan. Er zijn nu geen signalen dat hier risico wordt gelopen.