Rioolheffing

Sinds de herindeling per 1 januari 2007 wordt in Leudal de rioolheffing opgelegd aan de eigenaar van een perceel d.m.v. een vast bedrag per zelfstandig gedeelte. In 2008 heeft de raad deze keuze nogmaals bevestigd op basis van een “Notitie omtrent gemeentelijke belastingen”. Belangrijkste argument om te kiezen voor een heffing voor de eigenaar was het voorkomen van een toename van de lasten voor de huurder. Sinds belastingjaar 2010 vindt er een beperkte differentiatie plaats, waarbij voor alle percelen, die onderdeel uitmaken van een omsloten terrein dat is bestemd voor verblijfsrecreatieve doeleinden, een tariefstelling van maximaal 60% wordt toegepast.

Over de doorberekening van rentekosten van geactiveerde investeringen van met name rioleringen bij de kostprijsberekening van de rioolheffingen, is in 2016 landelijk veel discussie geweest.  In de nieuwe systematiek wordt het renteresultaat toegerekend. Omdat de gemeente géén rente mag berekenen over het eigen vermogen, een lage schuldquote heeft en een hoge dividendopbrengst van de obligatieportefeuille resulteert, bedraagt het renteomslagpercentage 1%.
Om met een aparte berekening een redelijke kostprijsberekening voor rechten, heffingen etc. te bepalen ten aanzien van de hoogte van het te hanteren rentepercentage, is het toegestaan wel rente over eigen het vermogen mee te rekenen. Omdat het GRP rekent met 3,5% wordt de interne rekenrente hierop afgestemd.

Met het vaststellen van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2017-2021 (GRP) op 5 juli 2016 zijn ook de kaders voor de tariefstelling van de rioolheffing voor 2017 vastgelegd. In dit GRP wordt een doorkijk gemaakt voor de komende 80 jaar, omdat binnen 80 jaar alle voorzieningen minimaal 1 keer vervangen zijn.
Belangrijkste doelstelling is om de kosten voor de rioleringszorg “minder meer” te laten stijgen dan voorzien was in 2010.
In dit GRP wordt voor 2018 een tarief van € 286,64 ingerekend. Momenteel vindt er een financiële herberekening van het GRP plaats. Deze is noodzakelijk om alle wijzigingen t.o.v. het GRP te vertalen naar een mogelijk nieuwe tariefstelling. Bij de vaststelling van het tarief voor 2018 in de raadsvergadering van 12 december 2017 zal, indien noodzakelijk, rekening worden gehouden met het resultaat van de herberekening van het GRP.